Engels : Nederlands angle = hoek cope with = omgaan met gap = gat / kloof guess = raden / inschatten handlebars = stuur / stuur van fiets of step pretty = tamelijk ramp = soort helling regular = gewoon scooter = steppen slam into = tegenaan botsen spin = draai / draai rond je as sprain = kneuzing wipe out = val actually = echt / werkelijk apply = van toepassing zijn arch = een boog maken / krommen as well / as well as = ook attach = vastmaken carry out = uitvoeren / doen exit = verlaten uitstappen / uitstappen firmly = stevig oxygen = zuurstof pastime = hobby permission = toestemming rather than = in plaats van tighten = vastmaken / strakker trekken divide = delen / verdelen drop a line = schrijven eventually = uiteindelijk Examine = onderzoeken get in touch with = contact opnemen involve = betekenen / inhouden participate in = meedoen aan provide = bieden / zorgen voor purpose = doel tip over = omvallen / kantelen wing = vleugel breathtaking = adembenemend cliff = rots crash = slaan / met veel geweld slaan fit in = erin passen get back to = erop terugkomen low tide = eb seek thrills = spanning opzoeken / kicks opzoeken sphere = bal stack = stapel surf = branding time slot = beschikbare tijd wave = golf