Engels : Nederlands on the line = aan de telefoon worst = ergste fine = prima fancy = leuk vinden luckily = gelukkig whisper = fluisteren mention = het er over hebben / het erover hebben grown-up = volwassene background = achtergrond reasons = redenen forward = doorsturen responsibility = verantwoordelijkheid identify = herkennen / identificeren behave = je gedragen / gedragen shelter = schuilplaats endangered = bedreigde / bedreigd pollution = vervuiling dump = gooien hunt = jagen op / jagen food chain = voedselketen attack = aanvallen disease = ziekte sink = zinken worried = bezorgd solar power = zonne-energie technology = techniek march = mars whale = walvis government = regering environmentally-friendly = milieuvriendelijk waste = afval