Engels : Nederlands beat / beat - beat - beaten = verslaan typical = typisch telly = televisie by yourself = alleen / in je eentje swap = omwisselen goal = doel turn = beurt laugh out loud = hardop lachen immediately = meteen impressive = indrukwekkend storyline = verhaallijn tap = tikken beat = ritme guess = raden loads of = heel veel try out = uitproberen usually = gewoonlijk / meestal for sale = te koop leave / leave - left - left = vertrekken order = bestelling send / send - sent - sent = versturen / verzenden perhaps = misschien on sale = in de aanbieding castle = kasteel defend = verdedigen artist = kunstenaar sketch = schetsen add = toevoegen layer = laag skin = huid muscle = spiermassa / spieren realistic = realistisch record = opnemen increase = verhogen decrease = verlagen company = bedrijf sell / sell - sold - sold = verkopen language = taal win / win - won - won = winnen on the lookout for = op zoek naar join = meedoen position = baan get in touch = contact opnemen install = installeren cable = kabel plug in = in het contact steken connect = verbinden centre = midden recognize = herkennen follow = volgen movement = beweging guitar = gitaar earn = verdienen note = noot (van muziek) / noot go with = horen bij decide = beslissen old-fashioned = ouderwets