Engels : Nederlands welcome = verwelkomen course leader = cursusleider survival course = survivalcursus local store = buurtwinkel compass = kompas insect repellant = insectenwerend middel at all times = altijd remote = afgelegen malnutrition = ondervoeding ordeal = beproeving tribe = stam tumble = vallen venomous = giftig collarbone = sleutelbeen insulation = isolatiemateriaal bushcraft course = overlevingscursus What’s it called? = Hoe heet het ook alweer? telephone inquiries service = telefonische inlichtingendienst be booked on = een plaats gereserveerd hebben voor confirmation = bevestiging delighted = opgetogen / verrukt available = beschikbaar go ahead = doorgaan purify = zuiveren Feel free to contact us. = Aarzel niet om contact op te nemen. remaining = resterend naturalist = natuurkenner offspring = kroost / jongen gradually = geleidelijk aan / geleidelijk mate = partner breed = zich voortplanten / voortplanten scales = schubben cope with = ergens tegen kunnen technique for feeding = manier om aan voedsel te komen sentry = schildwacht forage = naar voedsel zoeken state-of-the-art = ultramodern / met de nieuwste snufjes accessible = toegankelijk lower ground floor = kelderverdieping / souterrain specimen = exemplaar display = uitstalling / vertoning collector = verzamelaar herbarium = plantenverzameling revealing = onthullend stunning = verbluffend mooi go green = milieubewust leven heat = verwarmen rather than = in plaats van / liever vegetable plot = moestuin reusable = geschikt voor hergebruik unplug = de stekker eruit trekken chemicals = chemische producten personal hygiene = persoonlijke verzorging get rid of = van de hand doen resources = hulpbronnen / middelen obvious = voor de hand liggend / overduidelijk electrical appliances = elektrische apparaten on standby = in de sluimerstand