Engels : Nederlands dance = dans crazy = gek history = geschiedenis well-known = bekend design = ontwerpen experience = ervaring fan = liefhebber composer = componist trick = truc explain = uitleggen opportunity = kans early = vroeg try / try - tried - tried = proberen bring / bring - brought - brought = meebrengen afterwards = erna greet = begroeten / groeten pose = poseren autograph = handtekening guess = raden order = bestellen adore = bewonderen number = aantal Easter = Pasen during = tijdens take place = plaatsvinden day off = vrije dag festivities = festiviteiten ceremony = ceremonie over = meer dan spectator = toeschouwer latest = laatste / nieuwste split up = uit elkaar gaan separation = scheiding gossip = roddel adult = volwassene hug = knuffel fake = namaak century = eeuw weight loss = gewichtsverlies offer = aanbieding