Engels : Nederlands remote = afgelegen appear = verschijnen cattle = vee / koeien border = grens malnutrition = ondervoeding encounter = ontmoeting lightning = bliksem collarbone = sleutelbeen civilization = beschaving cabin = hut reunite = herenigen puncture = lekke band be around = in de buurt zijn suggest = voorstellen spare = reserve period = ongesteld zijn feel ashamed = zich schamen carry with = bij je hebben confident = zelfverzekerd / zeker weten fancy = leuk vinden unattractive = onaantrekkelijk hairbrush = haarborstel species = soort threaten = bedreigen according to = volgens mammal = zoogdier adapt = zich aanpassen pollution = vervuiling habitat = leefomgeving digestive system = spijsverteringsstelsel poisonous = giftig get used to = gewend raken aan nocturnal = nachtelijk / nachtelijke weekly = wekelijks founder = oprichter draw attention = aandacht vestigen environmental problems = milieuproblemen all across = overal in billion = miljard serious = ernstig climate change = klimaatverandering awareness = bewustwording rubbish = rotzooi waste = verspillen get involved = erbij betrokken zijn