Engels : Nederlands suspension = schorsing banned substance = verboden middel former = vroegere captain = aanvoerder honour = eer haunt = achtervolgen punishment = straf guilty = schuldig conduct = gedrag carpet = tapijt replace = vervangen benefit = voordeel proven = bewezen lie = leugen furthermore = bovendien cyclist = fietser vet = dierenarts hit = raken put away = wegstoppen this way = deze kant op control = in bedwang houden all of a sudden = plotseling brake = rem fault = schuld pay attention = opletten lead = riem disagreement = onenigheid trade = handel thousands of = duizenden abroad = in het buitenland massive = enorm major = ernstig unpredictable = onvoorspelbaar suffer = lijden economy = economie cargo = vracht run out = opraken temporary = tijdelijk stock = voorraad business = zaken fridge = koelkast use-by date = houdbaarheidsdatum empty = leeggooien bottle bank = glasbak cap = dop damages = schadevergoeding doubt = twijfelen warning = waarschuwing urge = aandringen op cooperation = medewerking inconvenience = ongemak guard = bewaken odd = raar lengths = baantjes