Engels : Nederlands editor = (eind)redacteur daily = dagelijks come across = tegenkomen gifted = begaafd dedicate = besteden (tijd) complete = afmaken expect = verwachten physics = natuurkunde assure = verzekeren due to = vanwege confirm = bevestigen encourage = aanmoedigen contain = inhouden / bevatten rhino = neushoorn current = huidig burglary = inbraak commit = plegen / begaan convict = veroordelen / schuldig bevinden oppose = ergens tegen zijn verdict = vonnis / oordeel offence = overtreding / misdaad trial / court case = rechtszaak claim = beweren courage = moed / dapperheid investigation = onderzoek court = rechtbank coward = lafaard victim = slachtoffer attempt = proberen violent = gewelddadig resident = inwoner / bewoner flee = vluchten gorgeous = schitterend picture = beeld stunning = verbluffend subtitle = ondertitel solemn = plechtig / ernstig highway = snelweg reporter = verslaggever apparently = blijkbaar firetruck = brandweerwagen survivor = overlevende injured = gewonde / gewonden engine = motor viewer = kijker kid = grappen maken / voor de gek houden folks = mensen air = uitzenden / uitgezonden worden embarrassment = verlegenheid network = televisiekanaal notify = bekendmaken / aankondigen grab = grijpen gossip = roddel headline = (kranten)kop appear = lijken argue = argumenteren / pleiten motivate = motiveren respond to = reageren op fame = bekendheid incredible = ongelooflijk ID = identiteitsbewijs amazed = verbaasd checkout = kassa approve = goedkeuren