Engels : Nederlands golf course = golfbaan volunteer to = aanbieden om ever since = sindsdien sell on = doorverkopen snake = slang alligator = krokodil turtle = schildpad shot = injectie circumstances = omstandigheden landing strip = landingsbaan repairs = reparatie turn around = omslaan suit = passen bij unknown = onbekend similar to = vergelijkbaar met limited = beperkt restrict = beperken energy conservation = energiebesparing mainly = voornamelijk insulation = isolatie maintain = behouden utilities = voorzieningen worldwide = wereldwijd contain = bevatten split-level = met een verdieping furnished = gemeublieerd wooden = van hout unlike = anders dan creativity = creativiteit spiral staircase = wenteltrap suspension bridge = hangbrug convert = veranderen surrounding = omliggend attached = verbonden atmosphere = sfeer blindfolded = geblinddoekt randomly = willekeurig memorise = uit het hoofd leren genes = genen process = vewerken ability = vermogen relatively = betrekkelijk responsible = verantwoordelijk determination = vastberadenheid cope with = kampen met stroke = beroerte smoothly = gladjes cast = een rol krijgen sign = contracteren bankrupt = failliet clash = niet bij elkaar passen genuine = oprecht campervan = kampeerbusje honeymoon = huwelijksreis on the road = onderweg extraordinary = bijzonder raise = opvoeden pack up = oppakken move on = verdergaan incredibly = ongelooflijk shelter = schuilen grow up = opgroeien care = geven om get on = kunnen opschieten rafting = wildwatervaren insist on = per se willen company = gezelschap turn out = zich ontwikkelen sociable = op gezelschap gesteld keep in touch = contact houden