Engels : Nederlands
entertainment = vermaak
surgery = operatie
vocal chords = stembanden
award = prijs
deserve = verdienen
slum = sloppenwijk
wealthy = rijk
own age = van dezelfde leeftijd
compared to = in vergelijking met
volunteer = vrijwilliger
benefit = voordeel
adorable = schattig
addition = toevoeging
potentially = mogelijk
approve = goedkeuren
policy = beleid
thankfully = gelukkig
desk = balie
publish = publiceren
teenager = tiener
pocket = zak
pick up = oppakken
attack = aanvallen
break the law = iets doen wat de wet verbiedt
warn = waarschuwen
courageous = dapper
criticism = kritiek
admit = toegeven
bravery = moed
spokesperson = woordvoerder
complaint = klacht
appropriate = geschikt
commit = plegen
subtitles = ondertiteling
asphalt = asfalt
survivor = overlevende
damaged = beschadigd
fire truck = brandweerwagen
diversion = omleiding
injured = gewond
rival = rivaliserend
feature = aandacht besteden aan
embarrasment = verlegenheid
blame = de schuld geven
notify = op de hoogte stellen
shallow = ondiep
jaw = kaak
weightlifter = gewichtheffer
concern = bezorgdheid
avalanche = lawine
descend = afdalen
bury = begraven
glacier = gletsjer
break off = afbreken
feast = feestmaal
gust of wind = windvlaag
scramble = klauteren
daring = gedurfd
light-hearted = luchtig
comical = komisch
reveal = onthullen
behave = zich gedragen
graduation = diploma-uitreiking
cricket = krekel
costly = duur
diaper = luier
statement = verklaring