Engels : Nederlands apply = solliciteren smart suit = net pak at least = minstens obvious = overduidelijk impression = indruk pretend = doen alsof keen = enthousiast consist of = bestaan uit capture = vasthouden qualifications = diploma’s calm = kalmeren ensure = ervoor zorgen appropriate = passend uninterested = ongeïnteresseerd slang = straattaal likeable = aardig mark = aangeven register = inschrijven hesitate = aarzelen dedicated = toegewijd exceptional = buitengewoon depend = afhankelijk zijn van application = sollicitatie wonder = zich afvragen strength = kracht photographer = fotograaf beautician = schoonheidsspecialiste hairdressing salon = kapsalon temporary = tijdelijk reference = referentie challenge = uitdaging flexible = flexibel stand = kraam passion = passie street trader = straathandelaar premises = gebouw broaden = verbreden end of term = laatste schooldag bank holiday = feestdag(en) waarop banken gesloten zijn grand = duizend pond occasion = gelegenheid work of art = kunstwerk grocery store = groentewinkel instructions = instructies owner = eigenaar limited to = beperkt tot majority = meerderheid employee = medewerker position = baan graduate = afstuderen range of = reeks imagination = verbeelding stunning = adembenemend be eligible = in aanmerking komen specified = bepaald extend = verlengen supplement your income = bijverdienen roll up sleeves = handen uit de mouwen steken at a glance = in een oogopslag sufficient = voldoende domestic = binnenlandse conviction = veroordeling