the breakfast	What do you want to drink?	What do you want to eat?
a restaurant	Enjoy your meal!	I'm hungry
I am very thirsty	the beer	a bottle of wine
the holiday	winter sports	the summervacation
on weekends	a week	one month
the passport	the luggage	the key
the car	the plane	What time is it?
What's your name?	How are you?	How old are you?
Where do you live?	What is your mobile number?	I'm from Holland

Wat wil je eten?	Wat wil je drinken?	het ontbijt
Ik heb honger	Eet smakelijk!	een restaurant
een fles wijn	het bier	Ik heb erge dorst
de zomervakantie	de wintersport	de vakantie
een maand	een week	in het weekend
de sleutel	de bagage	het paspoort
Hoe laat is het?	het vliegtuig	de auto
Hoe oud ben je?	Hoe is het?	Hoe heet je?
Ik kom uit Nederland	Wat is je telefoonnummer?	Waar woon je?

I enjoy it	How much is it?	Can I have the check please?
Can I call here?	How do you say that in English?	Could you repeat that?
cheap	expensive	please
Thank you	bye	the museum
the zoo	the amusement park	abroad
the tourist	the tourist office	the hotel
the hotelroom

Mag ik de rekening alstublieft?	Hoe veel kost het?	Geniet ervan
Kunt u dat herhalen?	Hoe zeg je dat in het engels?	Kan ik hier bellen?
alstublieft	duur	goedkoop
het museum	tot ziens	Bedankt
buitenland	het attractiepark	de dierentuin
het hotel	de VVV	de toerist
		de hotelkamer