où est ………... pouvez-vous me dire où est savez-vous où… est
où est-ce que je trouve… où se trouve ........ demander le chemin
indiquer le chemin tourner à gauche (toujours) tout droit
à gauche à droite la première rue à droite
la deuxième rue à droite de l’autre côté au feu
au coin de la rue là-bas ensuite
le point de départ au rond point la sortie
le panneau le carrefour la flèche
vous traversez la rue ici. vous passez devant la gare. vous allez à la station du métro.
naar de weg vragen (3) naar de weg vragen (2) naar de weg vragen (1)
de weg vragen naar de weg vragen (5) naar de weg vragen (4)
(steeds) rechtdoor links afslaan de weg wijzen
de 1e rechts rechts, rechts af links, links af
bij de verkeerslichten aan de andere kant de 2e straat rechts
daarna/vervolgens/dan / vervolgens daarginds op de hoek van de straat
de afslag/de afrit bij de rotonde het beginpunt
de pijl het kruispunt het verkeersbord
u loopt naar het metrostation. u gaat / loopt langs het station. u steekt hier de straat over.
vous passez devant l’église. prendre le bus prendre le train
prendre le TGV le boulanger / la boulangerie le pâtissier / la pâtisserie
le boucher / la boucherie le salon de thé la station service
le bureau de poste le parc d’attractions dans la direction (de)
indiqué tout près de visiter
bon séjour devoir pendant
les heures d’ouverture le parking rapide
suivre demander dire
de trein nemen de bus nemen u gaat / loopt langs de kerk.
de banketbakker / de banketbakkerij de bakker / de bakkerij de HSL nemen
het benzinestation de lunchroom de slager / de slagerij
in de richting van het pretpark het postkantoor
bezoeken dichtbij aangegeven
gedurende moeten fijn verblijf
snel parkeerplaats, de openingstijden, de
zeggen vragen volgen