Frans : Nederlands demande = aanvraag la climatisation = de airconditioning un studio = een appartement, kleine woning une baignoire = een bad le rez-de-chaussée = de begane grond le début = het begin réduit = beperkt célèbre = beroemd surveiller = bewaken admirer = bewonderen posséder = bezitten intérieur = binnen extérieur = buiten exceptionnel = buitengewoon immédiat = direct la documentation = de documentatie un lit simple = een één-persoonsbed une île = een eiland un bâtiment = een gebouw savourer = genieten van génial = geweldig, geniaal guidé = met een gids gratuit = gratis au coeur de = in het hart van la colline = de heuvel compris = inbegrepen de toute façon = in ieder geval une pièce = een kamer le séjour = de (woon)kamer un coffre-fort = een kluis un ascenseur = een lift à pied = lopend, te voet le four micro-ondes = de magnetron le marché = de markt le voisinage = de nabijheid indispensable = noodzakelijk, onmisbaar entouré de = omgeven door un cadre = een omgeving les environs = de omgeving (streek) au-dessous de = onder incroyable = ongelooflijk environ = ongeveer découvrir = ontdekken loisirs = ontspanning, tijdverdrijf inoubliable = onvergetelijk également = ook, eveneens le four = de oven une navette = een pendeldienst magnifique = prachtig le bateau-mouche = de rondvaartboot spacieux = ruim une banquette-lit = een slaapbank la beauté = de schoonheid une région = een streek, regio la chaîne = het televisiekanaal payant = tegen betaling compter = tellen accessible = toegankelijk prêter = uitlenen excellent = uitstekend équipé de = uitgerust met la lave-vaisselle = de vaatwasser à l’avance = van te voren chauffée = verwarmd une véhicule = een voertuig, auto merveilleux = wonderbaarlijk prière de…. = u wordt verzocht om.. affaires = zaken la piscine = het zwembad