Frans : Nederlands recommander = aanbevelen gentil = aardig adresse, une = adres, een en général = in het algemeen charmant = alleraardigst, vriendelijk parc d’attractions, un = attractiepark, een dîner, le = avondeten, het ouverture nocturne = ‘avonds geopend important = belangrijk principal = belangrijkste content = blij, tevreden promenade en bateau, une = boottochtje, een c’est correct = dat klopt c’est vrai = dat is waar proche = dichtbij plus proche, la = dichtstbijzijnde, het horaire, un = dienstregeling, een passer = doorbrengen donc = dus siècle, le = eeuw, de du dix-septième siècle = 17e eeuws quelques = enkele vélo, la bicyclette, le = fiets, de date de naissance, la = geboortedatum, de partiellement = gedeeltelijk coordonnées, les = persoonlijke gegevens, de avec plaisir = met genoegen ouvert = geopend volontiers = graag de rien = graag gedaan pas de quoi = graag gedaan, geen dank groupe, le = groep, de toute la province = hele provincie, de aider = helpen louer = huren s’intéresser à = interesse hebben in jeunes, les = jeugd, jongeren, de jeune = jong carte, la = kaart, de cathédrale, la = kathedraal, de connaître = (leren)kennen liste, une = lijst, een le repas, le = maaltijd, de plusieurs = meerdere plupart de, la = meeste, de possibilité, la = mogelijkheid, de nom, le = naam, de parc national, le = het nationale park, het sous = onder passer par-dessous = onderdoor gaan recevoir = ontvangen également = ook heures d’ouverture, les = openingstijden , de sur = over période, la = periode, de avoir l’intention de = van plan zijn code postal, le = postcode, de conseil, le = raad, de fleuve, un = rivier, een (petite) rivière, une = riviertje, een ligne de chemin de fer, la = spoorlijn, de plan de ville, un = stadsplattegrond, een promenade (en ville), une = stadswandeling, een envoyer = sturen, zenden numéro de téléphone, le = telefoonnummer, het finalement = tenslotte entre = tussen typiquement hollandais = typisch hollands location, la = verhuur, de ville fortifiée, une = vestingstad, een trouver = vinden syndicat d’initiatative, le / l’office de tourisme, le = VVV, de pour combien d’argent? = Voor welk bedrag? pour combien de personnes? = Voor hoeveel personen? variable = wisselend, veranderlijk