quand tout à coup une boulette
le papier une boulette de papier une star
ce / cet / cette / ces timide / timide lui
un acteur une poubelle jurer
taper qc un résultat ressembler à qn / ressembler à qc
être né(e) mille en deux mille
un cinéma bête / bête
een propje plotseling wanneer / als (tijd)
een ster een propje papier het papier
hij (beklemtoond) verlegen deze / dit / die / dat
zweren een prullenbak een acteur
lijken op iemand / lijken op iets een resultaat iets typen
in (het jaar) 2000 duizend geboren worden / zijn
dom een bioscoop