Frans : Nederlands ouvrir qc = iets openen seul / seule = alleen attendre qn = wachten op iemand sans = zonder sans faire qc = zonder iets te doen quelqu’un = iemand répondre à qn / répondre à qc = iemand antwoorden / op iets antwoorden perdre qc = iets verliezen / iets kwijtraken un dessinateur = een tekenaar descendre = naar beneden gaan; uitstappen un dessin = een tekening une page = een bladzijde le divorce = de scheiding entendre qn / qc = iemand / iets horen appeler qn = iemand roepen monter = naar boven gaan; instappen expliquer qc (à qn) = (iemand) iets uitleggen