préparer quelque chose un téléphone la France
en France les Pays-Bas aux Pays-Bas
Allô ? un train demain
ton / ta / tes mon / ma / mes dommage !
regretter Je regrette. inviter quelqu'un
à propos néerlandais en néerlandais
à demain maman une bougie
un gâteau des gâteaux aujourd’hui
ranger quelque chose une chambre un bureau
s’il te plaît maintenant une affaire
toujours
Frankrijk een telefoon iets voorbereiden
in Nederland Nederland in Frankrijk
morgen een trein Hallo? (aan de telefoon)
jammer! mijn jouw
iemand uitnodigen Het spijt me. spijten
in het Nederlands Nederlands a propos / trouwens
een kaars mama tot morgen
vandaag de taarten een taart
een bureau een (slaap)kamer iets opruimen
een ding nu alsjeblieft
altijd