avant un bal mettre quelque chose
après donner quelque chose à quelqu'un un jouet
un rendez-vous mauvais / mauvaise je veux
sinon un défilé Je m’en fous.
donner la main à quelqu'un montrer quelque chose à quelqu'un une casquette
entre aider quelqu'un aller vers quelqu'un
si rencontrer quelqu'un demander quelque chose à quelqu'un
surtout jaloux / jalouse assez
parler à quelqu'un au contraire autre
iets leggen / iets zetten / iets aantrekken een bal / een feest voor (tijd)
een stuk speelgoed iemand iets geven na
ik wil slecht een afspraak
Dat maakt me niet uit. een optocht zo niet
een pet iemand iets laten zien iemand een hand geven
naar iemand toegaan iemand helpen tussen
iemand iets vragen iemand tegenkomen zo
genoeg / tamelijk jaloers vooral
ander / andere integendeel met iemand praten
continuer à faire quelque chose
doorgaan met iets te doen