Frans : Nederlands touristique = toeristisch Soyez les bienvenus ! = Wees welkom! se connecter à qc = verbinding maken met le wifi (= wireless fidelity) = de wifi disponible = beschikbaar une salle commune = een gemeenschappelijke ruimte un accueil = een ontvangst / een balie / een receptie un mot de passe = een wachtwoord un campeur = een kampeerder une campeuse = een kampeerster la veille = de dag ervoor sous la tente = in de tent moins (de) = minder (+ zelfst.nw.) monter qc = iets opbouwen les sanitaires (m. pl.) = het toiletgebouw / het sanitair un lavabo = een wastafel propre (na zelfst.nw.) = schoon en entrant = bij het binnenkomen J'y crois pas ! (fam.) = Ik geloof er niets van! (spr) impatient(e) = ongeduldig