Frans : Nederlands ne … aucun = geen (voorwerp) ne … aucune = geen (voorwerp) troubler qn = iemand verstoren troubler qc = iets verstoren la littérature = de literatuur indiquer qc = iets aanwijzen / iets aangeven rien ne … = niets (onderwerp) personne ne … = niemand (onderwerp) une crise = een crisis ruiner qn = iemand ruïneren ne … ni …, ni …, = noch … noch … vendre qc à qn = iemand iets verkopen louer qc = iets huren / iets verhuren s'installer = zich installeren s'ennuyer = zich vervelen