plein l'endroit fou / folle
ainsi la semaine le corps
dont dehors la cause
près le bébé celui / celle
croire vendre marcher
l'instant demander la vérité
le tour la tour tomber
l'école manger la confiance
tellement plutôt meilleur
la vue ceux / celles garder
essayer
gek de plek / de locatie vol / volop / veel
het lichaam de week evenals / zo
de oorzaak buiten waarvan
degene de baby dichtbij
lopen / werken verkopen geloven
de waarheid vragen het momentje
vallen toren de rondrit
het vertrouwen eten de school
beter nogal zoveel / echt
bewaren / houden degenen het uitzicht
proberen / passen