mettre en place le saisonnier en tant que
le plat le jour de congé se reposer
les horaires faire la plonge faire le service
reprendre la commande le serveur
effectuer le jour de repos autant de
la chance dès que essentiellement
se faire comprendre ça se dit comme ça
rattacher à type uniquement
des fois plutôt quinze jours
als / in de hoedanigheid van de seizoenwerker klaarzetten
uitrusten de vrije dag het gerecht
de bediening doen afwassen de werktijden / het werkrooster
de ober de bestelling het werk hervatten / hervatten
net zoveel / net zoveel als de vrije dag / de rustdag uitvoeren / klaarmaken
hoofdzakelijk zodra het geluk
zo / op die manier het wordt gezegd zich duidelijk maken
uitsluitend / alleen maar gemiddeld / standaard binden met / verbinden met
twee weken / 15 dagen / vijftien dagen meer / eerder soms
affirmer avoir à disposition désormais
infini l’assurance l’attitude
l’émergence l’offre et la demande la catastrophe naturelle
la guerre la misère la population locale
la révélation la vie rangée la ville déserte
le prix cassé les possibilités infinies s’insurger contre
sans cesse se balader se consacrer à
surprenant à tout jamais déborder
émerveiller émouvoir être en éveil
voortaan / vanaf nu / vanaf heden ter beschikking hebben beweren / verklaren
de houding de verzekering / de zekerheid grenzeloos / onbegrensd / eindeloos
de natuurramp vraag en aanbod de opkomst
de lokale bevolking de armoede / de ellende de oorlog
de verlaten stad het keurige leventje de openbaring
in opstand komen tegen de grenzeloze mogelijkheden de bodem prijs
zich wijden aan een wandeling maken / wandelen voortdurend / onophoudelijk
overlopen voor altijd verbazingwekkend
geprikkeld worden ontroeren verbaasd doen staan / verbazen / doen verbazen
être interpellé fixer quelqu’un la descente
la senteur le cri le feu d’artifice
le vif du sujet longer la côte prépondérant / prépondérante
saisissant tant à … un ravissement pour les yeux
une épice venir de + infinitif vif / vive
accompagner accueillir améliorer
autant … que … / autant que collectif être habitué à
garder l’environnement l’espoir
la lutte le désert le jumelage
het uitstappen iemand aanstaren geroepen worden
het vuurwerk de schreeuw de geur
overwegend / overheersend langs de kust lopen de kern van de zaak / er middenin
een streling voor het oog zowel op … / zowel op adembenemend
fel / hevig zojuist … / zojuist een kruid / een specerij
verbeteren ontvangen vergezellen
gewend zijn om / gewend zijn aan gezamenlijk zowel … als … / zowel als
de hoop de omgeving houden
de stedenband de woestijn het gevecht
le paysage le peuple occidental
passer recueillir soutenir
un séjour un souvenir un accompagnateur
un étudiant une opportunité afin de
branché / branchés contribuer déjà
écolo la balade la racine
le cas le commerce équitable le fondateur
le réseau d’amis le retraité le sondage
lors de même nommer
westers het volk het landschap
steunen opvangen / verzamelen overbrengen
een groepsleidster / een groepsleider een herinnering een verblijf
om te een buitenkans een studente / een student
al bijdragen hip / modern
de wortel / de oorsprong de wandeling milieufreak
de oprichter de eerlijke handel het geval
de peiling de gepensioneerde het vriendennetwerk
noemen zelfs tijdens
plus exactement recevoir
krijgen / ontvangen preciezer