ante + acc. colere cum
dare diu divitiae (mv)
dum et evenire
finire movēre mutare
optare praemium quid
simul stare subito
tangere templum vale
ventus vita sacerdos/ otes
corpus/ ora arbor/ ores
wanneer/ toen verzorgen/ vereren voor
rijkdom/ schatten lang/ lange tijd geven
uitkomen en/ ook terwijl
veranderen (in + acc.) bewegen beëindigen
wat? beloning wensen
plotseling staan tegelijk(ertijd)
vaarwel tempel aanraken
priester (het) leven wind
boom lichaam