Latijn : Nederlands antea = eerder aurum = goud condidi = perfectum van condere (stichten/ (op)bergen) decepi = perfectum van decipere/io decipere/io = bedriegen habēre in animo = van plan zijn interea = intussen maritus = echtgenoot mox = weldra/ spoedig olim = vroeger/ eens/ ooit redii = perfectum van redire redire = teruggaan socius = bondgenoot/ vriend valde = zeer/ heel erg verbum = woord scelus/ scelera = misdaad Dido/ Didonem (acc.) = Dido