Latijn : Nederlands alienus = vreemd / andermans violare = schenden / verkrachten iste / ista / istud / ille / illa / illud = die / dat animus = hart / geest abesse = afwezig zijn exemplum = voorbeeld ex-trahere = trekken uit ex-traxi = perfectum van extrahere (trekken uit) peccare = verkeerd handelen / zondigen scelestus = misdadig / schurkachtig tradere = overhandigen / overleveren tradidi = perfectum van tradere _que = en … cor / corda (o.) = hart sanguis / inem (acc. m) = bloed