Latijn : Nederlands aqua = water vulnerare = verwonden gaudēre = blij zijn regnare = regeren dominus = heer gloria = roem salutare = groeten periculum = gevaar consilium (1) = plan consilium (2) = besluit vir (rijtje servus) = man deinde = daarna terrēre = bang maken pugna = gevecht gladius = zwaard nam = want dolus = list desiderare = verlangen saepe = vaak amicus = vriend ergo = dus