circa/circum + acc propter + acc apud + acc / ad + acc (3)
post + acc (1) post + acc (2) in + acc / ad + acc (1)
inter + acc (1) inter + acc (2) per + acc (1)
per + acc (2) per + acc (3) ante + acc / pro + abl (1)
praeter + acc prope + acc ad + acc (2)
trans + acc (1) / de + abl (2) trans + acc (2) in + abl (1)
in + abl (2) e(x) + abl cum + abl
de + abl (1) / a(b) + abl (1) sine + abl pro + abl (2)
a(b) + abl (2)
bij wegens om ... heen
naar na achter
door ... (heen) tijdens tussen
vóór d.m.v. gedurende
tot dichtbij behalve
in aan de overkant van over
met uit op
i.p.v. zonder van(af)
door