fluvius transeo (transire) tollo (tollĕre)
coepi fingo (fingĕre) secum
facio (facĕre) spiritus facilis / -is / -e (facilis) / facilisis / facilise
prohibeo (prohibēre) surgo (surgĕre) tellus / telluris (v)
corpus, corporis (o) praebeo (praebēre) iudex / iudicis (m)
videtur iudico (iudicare) quoniam
primus / primusa / primusum possideo (possidēre) voco (vocare)
humus (v)
optillen / oppakken / wegnemen overgaan / oversteken / voorbijgaan (van tijd) rivier
met zichzelf ( vormen / verzinnen (perf.) ik ben begonnen / ik begon
gemakkelijk adem / geest maken / doen
aarde zich oprichten / opstaan verhinderen
rechter verschaffen / aanbieden lichaam
aangezien / omdat oordelen hij schijnt / zij schijnt / het schijnt
roepen / noemen bezitten eerste
grond