decem	annus	magnitudo / magnitudinis (v)
scribo	transfero (transferre)	abeo (abire)
arx / arcis (v)	impero (imperare) + dat	vates,
vates	vatis (m / v)	statuo (statuĕre)
atque	exeo (exire)	porta
custos, custodis (m)	occido (occidĕre)	socius
recipio (recipĕre)	constat + AcI	fama
scio (scire)

grootte / omvang	jaar	(onverbuigbaar) tien
weggaan	overbrengen / overdragen	(scribĕre) schrijven
waarzegger	bevelen (aan) / heersen (over)	burcht
plaatsen / besluiten	waarzegger / dichter	dichter
poort	gaan uit / weggaan	en
bondgenoot / makker	doden	bewaker
gerucht / verhaal / reputatie	het staat vast dat	terugkrijgen / ontvangen
		weten