miles, militis (m) classis, classis (v) deduco (deducĕre)
acies, aciei constitutus constituo (constituĕre)
priusquam signum palam (bijw.)
navis, navis (v) epistula aliquis, aliquid (alicuius)
unde recepi recipio (recipĕre)
se recipĕre solutus solvo (solvĕre)
nihil repperi pertineo (pertinēre)
etsi miror (mirari) sustineo (sustinēre)
fuga salus, salutis (v)
(naar beneden) leiden, wegleiden vloot soldaat
1. stellen, plaatsen 2. vaststellen, besluiten ppp van constituo (constituĕre) slaglinie
openlijk 1. teken 2. veldteken voordat
iemand, iets, (mv.) enige(n) brief schip
1. terugkrijgen, terugnemen 2. ontvangen perf. van recipio (recipĕre) vanwaar, waarvandaan
1. losmaken 2. betalen ppp van solvo (solvĕre) 1. zich terugtrekken, zich begeven 2. zich herstellen
1. zich uitstekken tot 2. (+ ad) betrekking hebben op perf. van reperio (reperire) niets
1. omhooghouden 2. uithouden 1. bewonderen 2. zich verwonderen (over) hoewel, ofschoon
1. redding, veiligheid 2. gezondheid vlucht