amica turpis, -is, -e (turpis) foedus, -a, -um
convivium formosus, -a, -um vilis, -is, -e (vilis)
quam promitto (promittĕre) iucundus, -a, -um
partus pario (parĕre) labor, laboris (m)
ingratus, -a, -um rarus, -a, -um quietus, -a, -um
vires (mv. van vis) ars, artis (v) tristis, -is, -e (tristis)
brevis, -is, -e (brevis) tenebrae (mv.) candidus, -a, -um
afschuwelijk, schandelijk schandelijk, lelijk vriendin
1. goedkoop 2. verachtelijk mooi, fraai, sierlijk feest(maaltijd)
aangenaam, prettig beloven 1. hoe 2. (na comp.) dan 3. (+ superl.) zo...mogelijk 4. acc. v. ev. van qui
1. inspanning, moeite 2. ellende 1. voortbrengen 2. verwerven ppp van pario (parĕre)
rustig 1. hier en daar 2. zeldzaam ondankbaar
somber, droevig vaardigheid, kunst, wetenschap krachten
stralend wit, stralend duisternis kort