Latijn : Nederlands puella = meisje niger, nigra, nigrum (nigri) = zwart / donker nix, nivis (v) = sneeuw ratio, rationis (v) = (be)rekening / rekenschap / reden / rede / verstand 3. manier emptus = ppp van emo (emĕre) emo (emĕre) = kopen modus = wijze / manier / maat / hoeveelheid / omvang Romam = naar Rome (bij ww. van beweging) spero (sperare) = hopen / verwachten refero (referre) = terugbrengen / berichten / meedelen / rapporteren inquis = zeg jij forum = marktplein novi (perf.) (novisse) = kennen / weten hinc (bijw.) = van hier / hiervandaan carmen, carminis (o) = lied / gedicht opus, operis (o) = werk quicumque, quaecumque, quodcumque (cuiuscumque) = wie ook maar / iedereen die colo (colĕre) = bebouwen / verzorgen 3. (ver)eren fames, famis (v) = honger suadeo (suadēre) = aanraden / adviseren Romae = in / te Rome casus, casus = val / voorval / geval 3. toeval 4. ongeval