alius, alterius alius . . . alius caput, capitis (onz.)
medius (bijv. nw.) aurum sto (stare)
intro (intrare) maximus honor, honoris
pro + abl. templum sic (bijw.)
fio (fieri) summus servo (servare)
cum + ind. cum + conj. itaque (bijw.)
tuus statua cerno (cernĕre)
hoofd / hoofdstad ( de een . . . de ander (een) ander
staan goud in het midden / middelste
eer / (ere)ambt grootste / zeer groot binnenkomen
zo tempel voor / ten behoeve van / ter verdediging van / in plaats van / in ruil voor
beschermen / bewaren / behouden grootste / hoogste worden / gebeuren / gemaakt worden
daarom toen / nadat / omdat / hoewel wanneer / toen
waarnemen / zien standbeeld jouw / uw