patior (pati) ingens, ingentis per + acc.
iter, itineris (onz.) via cogo (cogĕre)
saevus dominus tantus
tantus . . . quantus cruor, cruoris colo (colĕre)
humanus
door...heen / gedurende / door (middel) van / via geweldig / enorm verdragen / dulden / ondergaa / toelaten / toestaann
dwingen / bijeenbrengen weg weg / reis / mars
zo groot / zo veel heer / heerser woest / wreed
bebouwen / verzorgen / (ver)eren bloed zo groot . . . als
menselijk