Latijn : Nederlands
quartus = vierde
quintus = vijfde
certus = zeker / vast
suadeo = aanraden
reliquus = overig
dicto (dictare) = dicteren / laten opschrijven
quoque = ook (staat achter het woord dat het benadrukt)
ambulo (ambulare) = wandelen
Graecus = Grieks
Latinus = Latijns
intentus = (in)gespannen / in gespannen verwachting / oplettend
post + acc. = na
causa + gen. = wegens / om / ter wille van
iterum (bijw.) = weer / opnieuw
oppidum = (vesting)stad
traho (trahĕre) = trekken
aliquando (bijw.) = eens / ooit / soms
quamvis (voegw.) = hoewel
refero (referre) = terugbrengen / berichten / rapporteren