properare parare post
currere considere diu
apud cogere in
ducere inde interficere
+ acc., na, achter paro, klaarmaken propero, zich haasten
lang, lange tijd consido, gaan zitten curro, lopen, rennen
+ acc., 1. tot in, tot op 2. naar cogo, 1. samenbrengen 2. dwingen + acc, bij
interficio, doden 1. daarvandaan, vandaar 2. daarna duco, leiden