Latijn : Nederlands pugnat = pugnare, vechten signum = signum, het teken equos = equus, het paard anni = annus, het jaar vulnera = vulnus, de wonde appellas = appellare, 1. aanspreken 2. noemen pacem = pax, de vrede amitt- = amittere, 1. wegzenden 2. verliezen verba = verbum, het woord movetis = movere, 1. (doen) bewegen 2. beïnvloeden, raken