conspicere surgere contra
clamor quidem fuga
deficere vertere secundus
tertius tegere
+ acc., 1. tegenover 2. tegen surgo, opstaan conspicio, bemerken
fug_____, vr., de vlucht 1. wel 2. in elk geval clamor-_____, m., het geroep
secunda, secundum, 1. volgende 2. tweede verto, 1. draaien 2. omkeren deficio, 1. in de steek laten 2. verzwakken
tego, bedekken tertia, tertium, derde