Latijn : Nederlands maxime = 1. zeer 2. het meest amor = amoris, m., de liefde tutus = tuta, tutum, veilig insula = insulae, vr., het eiland acer = acris, acre, 1. scherp 2. hevig in- = on- caelum = caeli, onz., de hemel vehere = veho, (ver)voeren proferre = profero, 1. te voorschijn brengen 2. vooruitbrengen quartus = quarta, quartum, vierde mille = duizend