Latijn : Nederlands armatur = armare, bewapenen copiis = copia, 1. voorraad 2. massa, overvloed undique = undique, 1. van overal 2. van alle kanten senatu = senatus, de senaat multitudinem = multitudo, de menigte patent = patere, 1. openstaan 2. duidelijk zijn duxerunt = ducere, leiden recepisti = recipere, 1. terugnemen 2. ontvangen capta sunt = capere, nemen, grijpen, veroveren raptum est = rapere, 1. (snel) grijpen 2. roven coacti = cogere, 1. samenbrengen 2. dwingen