Latijn : Nederlands paene = bijwoord, bijna insula = insulae, vr., het eiland sedes = sedis, vr., 1. zitplaats 2. woonplaats regina = reginae, vr., de koningin vertere = verto, 1. draaien 2. omkeren persuadere = persuadeo + dat., 1. overtuigen 2. overhalen considere = consido, gaan zitten recipere = recipio, 1. terugnemen 2. ontvangen offerre = offero, aanbieden