quo? frustra mortalem
ignorant senserunt profectus est
placebat pessimarum rettulit
perreximus utilium fidem
nocebat malorum tacebas
deceperunt tendent sagittas
pectore praemia tetigit
praetulisti
mortalis, sterfelijk frustra, tevergeefs quo?, waarheen?
proficisci, vertrekken sentire, 1. voelen 2. menen 3. merken ignorare, niet weten
referre, 1. terugbrengen 2. melden pessimus, zeer slecht, slechtste placere, bevallen, aanstaan
fides, 1. het vertrouwen (op) 2. de trouw, de betrouwbaarheid utilis, nuttig pergere, verdergaan
tacere, zwijgen malus, slecht nocere, schaden
sagitta, de pijl tendere, 1. spannen 2. gaan naar decipere, misleiden, bedriegen
tangere, aanraken praemium, de beloning pectus, de borst
praeferre, verkiezen boven