Latijn : Nederlands reddita = reddere, 1. teruggeven 2. geven aperuerunt = aperire, 1. openen 2. bekendmaken doctis = docere, (aan)leren didicisti = discere, leren ingentium = ingens, enorm, reusachtig spectabunt = spectare, bekijken, kijken naar diverso = diversus, 1. verschillend 2. uiteenlopend pugnabajt = pugnare, vechten clamore = clamor, het geroep parebas = parere, gehoorzamen aan ludent = ludere, spelen artibus = ars, 1. de vaardigheid 2. de kunst sonavisset = sonare, klinken modo = modo, zo-even denique = denique, ten slotte