Latijn : Nederlands patere = pateo, 1. openstaan 2. duidelijk zijn toga = togae, vr., de toga turbare = turbo, in verwarring brengen licere = licet + dat., toegestaan zijn se praebere = me praebeo + acc., zich gedragen (als), zich voordoen (als) praeterire = praetereo, voorbijgaan circu(m)ire = circu(m)eo, rondgaan septem = zeven condere = condo, 1. stichten 2. verbergen, opbergen