Latijn : Nederlands pax = pacis, vr., de vrede ferus = fera, ferum, wild rumpere = rumpo, breken limes = limitis, m., de scheiding, de grens invadere = invado, 1. binnendringen 2. aanvallen complere = compleo, vullen, vervullen deesse = desum, ontbreken clades = cladis, vr., 1. het verlies 2. de nederlaag defendere = defendo, verdedigen vereri = vereor, vrezen, bang zijn trans = + acc., over dum = +ind. pr. + ind., 1. terwijl 2. zolang als sufficere = sufficio, voldoende zijn, volstaan navigare = navigo, varen natio = nationis, vr., de volksstam telum = teli, onz., 1. het (aanvals)wapen 2. de speer