femina cur sacrum
praeferre genus / genera avus
gens / gentes coniunx / iuges ubique
septem filius fortuna
numquam nocere tantum
duo liberi tamquam
ideo suadere lacrimare
dubitare telum frustra
quinque necare protegere
offer waarom vrouw
grootvader afkomst / geslacht verkiezen
Overal echtgenoot volk / volksstam
het lot zoon zeven
slechts schade nooit
als het ware kinderen twee
huilen aanraden daarom
tevergeefs pijl / werpspies aarzelen
beschermen doden vijf
desinere relinquere parcere
rogare iam non iam
paulatim saxum patria
etiam aliquando lacrima
sparen verlaten / achterlaten / overlaten ophouden
niet meer al / reeds vragen
vaderland rots(blok) geleidelijk / langzaam
traan soms zelfs / ook