circumspicere / io vestigium horrere
invenire oculus complere
accidit accidere exspectare
parentes / es (mv) parui parere
reliqui relinquere veni
venire sero mors / mortem
culpa sustuli tollere
osculum dedi dare
adii adire

adire adeo

gladius
huiveren (voet)spoor rondkijken
vullen oog vinden
afwachten / wachten op gebeuren (3e persoon) praes / pf van accidere
gehoorzamen pf van parere ouders
pf van venire verlaten / achterlaten pf van relinquere
(de) dood te laat komen
optillen pf van tollere schuld
geven pf van dare kus
zwaard gaan naar

gaan naar

pf van adire
quaerere vocare esse (sum)
causa fugi fugere / io
aspicere / io respondi respondere
nec traxi trahere
dixi dicere vetui
vetare amor / ores sepulcrum
condere
zijn roepen zoeken
vluchten pf van fugere oorzaak / reden
antwoorden pf van respondere kijken / zien
trekken pf van trahere en niet / ook niet / maar niet
pf van vetare zeggen pf van dicere
graf liefde / gevoel van liefde verbieden
(ver)bergen