olim maritus scelus / scelera
interea valde Dido / Didonem
mox verbum decipere / io
aurum antea condere
habere in animo socius posse (possum)
de

de +abl.

adeo animus
forma matrimonium ducere
gaudere num sine (+ abl.)
moenia (alleen meervoud) desiderare quidem
misdaad echtgenoot vroeger / eens / ooit
Dido (eigennaam) zeer / heel erg intussen
bedriegen woord weldra / spoedig
stichten / verbergen eerder goud
kunnen bondgenoot / vriend / makker van plan zijn
hart / geest zo(zeer) vanaf (naar beneden) / over

vanaf (naar beneden) / over

leiden / voeren huwelijk gestalte / uiterlijk / schoonheid
zonder toch niet blij zijn / zich verheugen
weliswaar / echter missen / verlangen (stads)muren