itaque consulere signum
mons / montes m Roma avis / aves v
qui / quae / quod

qui / quae / quod

facere / io colere
cum (voegwoord) an ostendere
pugna cadere alius
fabula quondam novus
nondum altus labor / labores m
domum cena qui / quae / quod

qui / quae / quod

Romae miser / misera / miserum magnitudo / magnitudines v
teken raadplegen dus
vogel (de stad) Rome berg / heuvel
vereren / verzorgen doen / maken die / dat (betrekkelijk vnw)

welke (vragend vnw) / die / dat (betrekkelijk vnw)

tonen / laten zien of (in vraag) wanneer / toen
(een) ander vallen / dood neervallen strijd
nieuw eens / ooit verhaal
werk / inspanning / moeite hoog / diep nog niet
welke (vragend vnw)

welke (vragend vnw) / die / dat (betrekkelijk vnw)

(avond)maaltijd naar huis
grootte / grootheid ongelukkig in Rome / te Rome
legatus finitimus celare
fingere Romam convenire
multitudo / multitudines v animum attendere

animum attendere

iuvenis / iuvenes m
verbergen naburig / buurman gezant
samenkomen naar Rome vormen / verzinnen
jongeman de aandacht richten

de aandacht richten op: ad + acc.

menigte